Een woningontruiming is nooit prettig, vaak gaat het gepaard met onenigheid tussen de huurder en de verhuurder. De verhuurder wilt de huurder vrijwel gelijk de woning uitschoppen en de huurder wilt dit graag zo lang mogelijk uitstellen. Wat soms vergeten wordt is dat je als huurder bepaalde rechten hebt zodat je niet de volgende dag al buiten staat. In dit artikel gaan we misstanden langs die vaak voorkomen bij een ontruiming.

Rechter

Let er op wanneer er onenigheid ontstaat met jouw verhuurder dat hij of zij je er niet zomaar kan uitzetten. Dit bepaalt de rechter namelijk, wanneer de rechter toestemming geeft aan de verhuurder met een rechterlijk vonnis zal je pas moeten vertrekken. De huurder heeft huurbescherming wat hem dus beschermt door er eerst een rechter bij te halen.

Ontruiming na het vonnis

Het betekent niet dat wanneer het vonnis gegeven is je er ook echt uit moet, je kan namelijk nog in hoger beroep komen als huurder. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de verhuurder misbruik maakt van de situatie, wanneer je dus als huurder echt onschuld voelt heb je een tweede mogelijkheid bij de rechter.

Wie ontruimt?

De verhuurder mag zelf niet ontruimen, toch bestaan hier nog misverstanden over en begint de verhuurder bijvoorbeeld zelf te ontruimen. De verhuurder moet de ontruiming doorgeven aan een curator, die op zijn beurt vaak een ontruimingsteam stuurt.

Geen 3 maanden meer

Vroeger was de minimale uitzetting bij huurachterstand 3 maanden, nu heeft de verhuurder meer rechten en kan hij eerder gaan ontruimen.

Spullen van de huurder

Bij een ontruiming zal je als huurder niet aanwezig zijn, maar de verhuurder heeft niet gelijk het recht om jouw spullen weg te gooien. Als huurder heb je recht om de spullen terug te krijgen, de verhuurder of de gemeente heeft een bewaarplicht. Zo heb je bij een verhuurder zes weken de tijd om je spulletjes op te halen en bij de gemeente ongeveer dertien weken.

Tweet